|
Mailgroep - [Bijbels Geïnspireerd] |
|
Geloof en Liefde brengen Vrede. |
|
Bijbels Geïnspireerd |
|
Babylon een geheim. Blz 3 |
|
Heer ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart - Zie mij voor U staan zondig en onrein. O,Jezus raak mij aan van U wil ik zijn. GAAT UIT VAN HAAR, MIJN VOLK De waarheid van het geheim Babylon betreft ons allemaal. Het als een geheim, dat zit in het denken van het gehele christendom. Het is zó diepgeworteld, dat christenen alleen maar kunnen denken in termen als: religieuze systemen/gemeenten, sekten, geloofsbelijdenissen, leringen, samenkomsten, rallies, avondmaalsdiensten, doopdiensten, programma's, campagnes, predikers, zendelingen, traktaten, giften, genezingen, radiowerk, televisiezendtijd, collectes, instuiven, publicaties, zondagsscholen, bijbelscholen, tijdschriften, grammofoonplaten met verjazzte woorden Gods, religieuze gebouwen, speciale edities, speciale predikers,'t liefst uit het buitenland, enz, enz, enz. Maar God wil tot de harten spreken en Zijn eeuwige wil bekendmaken. En wij maar rennen voor onze eigen huisjes Hag.1:9 [9] 'U rekent op veel, maar het is weinig. Wat u binnenbrengt in uw huis, blaas Ik eruit. En waarom? - godsspraak van de heer van de machten. Omdat mijn huis een ruïne is, terwijl ieder van u zich voor zijn eigen huis uitslooft. Jes.55:2 [2] Waarom besteedt u geld aan wat geen brood is, en loon aan iets dat niet verzadigt? Luister aandachtig naar Mij, en u zult eten wat goed is, en uw honger stillen met uitgelezen spijs. Ik zeg u naar waarheid, dat iedere man of vrouw, die tijd neemt om biddend en vastend stil te zijn voor God om Zijn wil en gezindheid te leren kennen, zal ontdekken, dat alle uiterlijke dingen hoe langer hoe onbelangrijker worden en dat de gezindheid van Christus een steeds heerlijker doel, ja, zijn blijvende vreugde wordt. Jezus Christus zei dit over het huidige Babylonische systeem: Mat.7:21-23 [21] Niet ieder die Heer! Heer! tegen Mij zegt, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan, maar alleen hij die de wil doet van mijn Vader in de hemel. [22] Velen zullen Mij op die dag zeggen: "Heer! Heer! Hebben we niet in uw naam geprofeteerd, hebben we niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben we niet in uw naam veel machtige daden gedaan?" [23] Maar dan zal Ik hun openlijk zeggen: "Nooit heb Ik u gekend. Verdwijn uit mijn ogen, overtreders van Gods wet!" Stel u eens voor! Na zoveel goed lijkende werken kennen deze mensen noch God noch Zijn wil, en Hij kent hén niet! Is dat niet de huidige situatie in het religieuze leven? Overal gaan mannen en vrouwen helemaal op in hun programma's. Maar waar is de gezindheid van Christus? Wie kent de wil van God? DE GROTE DWALING De rampzalige verwarring in religieuze systemen/gemeenten en sekten met al hun activiteiten heeft dus te maken met dit geheim. Dat moeten wij weten. Wij moeten weten, in welke situatie wij ons bevinden. Een heilig man als Daniël, één van de drie rijksbestuurders van Babel, wist waar hij was. Hij wist, dat hij een balling was. Met smart zag hij uit naar het ogenblik, dat hij naar Sion kon terugkeren. Zelfs toen het bevelschrift getekend was, dat niemand zich met een verzoek mocht richten tot enige god of mens behalve tot de koning, ging hij naar huis, waar hij open vensters had aan de kant van Jeruzalem om daar driemaal daags neer te knielen. Hij smeekte God om bevrijding van Babel en haar koning. Hij verlangde naar Jeruzalem. Zo moeten wij verlangen naar het hemelse Jeruzalem, naar de vrije moederstad van ons allen Dan.6:1-29 [1] Daarna kreeg Darius, de Mediër, ongeveer tweeënzestig jaar oud, het koningschap. [2] Darius besloot over heel het rijk honderdtwintig satrapen aan te stellen, die het hun toegewezen deel moesten besturen. [3] Boven de satrapen stelde hij drie rijksbestuurders aan, waaronder Daniël; aan hen moesten de satrapen verantwoording afleggen om te voorkomen dat de rechten van de koning tekort gedaan zouden worden. [...] [21] Bij de kuil gekomen begon hij op klagende toon tot Daniël te roepen. Hij zei: 'Daniël, dienaar van de levende God, heeft uw God, door u zo trouw vereerd, u van de leeuwen kunnen redden?' [22] Daarop antwoordde Daniël: 'Koning, ik wens u een lang leven! [23] Mijn God heeft zijn engel gezonden om de leeuwen te muilkorven. Ze hebben mij niet verwond, omdat ik in Gods ogen onschuldig ben. Maar ook ten opzichte van u, koning, heb ik niets misdaan.' [24] Uitermate verheugd gaf de koning het bevel om Daniël uit de kuil te trekken. Daarop werd Daniël uit de kuil getrokken. Hij had geen verwondingen opgelopen omdat hij op zijn God vertrouwd had. [25] Nu gaf de koning het bevel om de mannen die Daniël beschuldigd hadden te halen en ze met hun kinderen en vrouwen in de leeuwenkuil te werpen. Ze waren nog niet op de bodem van de kuil beland of de leeuwen hadden hen reeds te pakken en ze verbrijzelden hun gebeente. [27] Hierbij bepaal ik dat men in alle delen van mijn koninkrijk de God van Daniël moet eerbiedigen en vrezen, [28] want Hij is de levende God, die blijft voor altijd. Zijn koningschap is onvergankelijk en zijn heerschappij kent geen einde. Hij redt en bevrijdt en Hij verricht wonderen in de hemel en op aarde; Hij heeft Daniël gered uit de klauwen van de leeuwen.' [29] Onder de regering van Darius en die van Kores, de Pers, genoot Daniël een hoog aanzien. Gal.4:26 [26] Maar het Jeruzalem van boven is vrij en dat is ónze moeder. Sadrach, Mesach en Abednego behoorden tot de meest vooraan-staande hovelingen in Babel. Ook zij wisten waar zij waren en zij wilden niet buigen voor het grote Babylonische beeld. Zij gingen nog liever de brandende oven in. Zelfs terwijl de machtige Nehemia de koning de wijnbeker aanreikte, weende zijn hart om Jeruzalem, omdat zij verwoest was en haar poorten verbrand waren. Hij verzocht de koning dan ook te mogen terugkeren om Jeruzalem te herbouwen Neh.1:1-11 [1] Gedenkschriften van Nehemia, de zoon van Chakalja. In de maand kislew van het twintigste jaar bevond ik mij in de hoofdstad Susan. [2] Toen een van mijn broeders, Chanani, met mannen uit Juda mij kwamen opzoeken, polste ik hen over de rest van de Judeeërs die de ballingschap overleefd had, en over Jeruzalem. [3] Zij deelden mij mee dat degenen die de ballingschap overleefd hadden, in de provincie Juda gebukt gingen onder allerlei rampspoed en schande, dat de muur van Jeruzalem grotendeels in puin lag en dat de poorten door brand verwoest waren. [4] Toen ik dit alles hoorde, ging ik zitten en weende; ik rouwde dagen aan een stuk en ik vastte en ik smeekte tot de God van de hemel. [6] buig uw oor, open uw ogen en luister naar het gebed dat ik, uw dienaar, nu dag en nacht tot U richt voor de zonen van Israël, uw dienaren. Ik belijd de zonden die wij, zonen van Israël, ook ikzelf en mijn familie, tegenover U begaan hebben. [7] Wij hebben ons tegenover U misdragen, wij hebben uw geboden, uw wetten en voorschriften niet onderhouden, die U aan Mozes uw dienaar gegeven hebt. [8] Ik smeek U, denk aan wat U tegen Mozes, uw dienaar, gezegd hebt: Wanneer u tegen Mij in opstand komt zal Ik u onder de volken verspreiden. Maar [9] als u zich tot Mij bekeert en mijn geboden weer onderhoudt en ze naleeft, dan zal Ik u vanuit uw ballingschap weer bijeenbrengen, al is het vanuit het einde van de aarde, en dan breng Ik u terug naar de plaats die Ik uitverkoren heb om er mijn naam te vestigen. [10] Zij zijn uw dienaren, uw volk dat U verlost hebt met grote macht en sterke hand. [11] Heer, buig uw oor naar het gebed van uw dienaar en het smeken van uw dienaren, die uw naam van harte eren. Laat uw dienaar vandaag genade vinden bij die man.' Want ik was de schenker van de koning. Neh.2,1-20 [1] Het gebeurde in de maand nisan tijdens het twintigste regeringsjaar van koning Artachsasta. De wijn stond op tafel; ik nam de wijn en reikte hem de koning aan. Nooit had ik mij bedroefd getoond in zijn tegenwoordigheid, [2] maar nu zei de koning tegen mij: 'Waarom kijk je zo treurig? Ziek ben je niet, dus moet er iets zijn dat je treurig stemt.' Ik schrok hevig [...] [19] Toen Sanballat, de Choroniet, Tobia, de Ammonitische magistraat, en Gesem, de Arabier, hiervan hoorden, lachten ze ons uit en spottend zeiden ze tegen ons: 'Wat doen jullie daar? Willen jullie opstand plegen tegen de koning?' [20] Maar ik antwoordde hun: 'De God van de hemel zal ons plan laten slagen. Wij, zijn dienaren, beginnen de wederopbouw van Jeruzalem, maar u hebt er rechtens geen deel, noch iets dat er uw gedachtenis instandhoudt.'
1 Kor.6:6 [6] Moet dan de ene broeder tegen de andere procederen, en dat nog wel ten overstaan van ongelovigen? De hoer is Babel en is vlees. De eenheid met de Heer Jezus Christus is de eenheid van de Geest. Zodra dit duidelijk wordt, stormen er talloze, rusteloze vragen op je af. Waar moet ik dan samenkomen? Met wie moet ik geestelijk gemeenschap hebben? Wat gaan mijn kinderen doen? Wat kan ik doen voor God? Dat komt, omdat u zó lang één bent geweest met dit ten val gedoemde systeem, dat u alleen maar denken kunt in haar begrippen. U weet niet, hoe u zonder haar kunt leven. U bent als een man, die, nadat hij lange tijd gehuwd is, ontdekt, dat zijn huwelijk onwettig is. U bent één geweest met een hoer, u moet haar verlaten en u aan Christus hechten in de Geest! Daar, in de Geest, is de ware Gemeente. Momenteel zijn er meer dan een miljard christenen in de wereld. De meesten van hen zijn aan een religie gehecht en hebben haar naam op hun voorhoofd geschreven. Ik twijfel er sterk aan of er vanaf Handelingen hoofdstuk 2 tot op heden 144.000 zijn geweest die werkelijk zo één met Christus waren, dat zij alleen Zijn naam op hun voorhoofd hadden. Geen wonder dat de engelen Gods de oprechten toeroepen: Apok.18:4-5 [4] Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel, die zei: 'Trek uit haar weg, mijn volk, om niet te delen in haar zonden en niet getroffen te worden door haar plagen. [5] Want haar zonden hebben zich opgestapeld tot aan de hemel, en God heeft zich haar ongerechtigheden herinnerd. Het gehele systeem is tot ondergang gedoemd. Niets kan worden gedaan om haar te redden of te helpen. Wij moeten ons van haar los maken. Anders ontvangen ook wij van haar plagen. De in Openbaring beschreven vloek is niet tegen mensen, maar tegen het overspelige systeem, Babylon. Zij heeft ons denken gebonden, opdat in háár afgodisch heiligdom onze knie zich zou buigen, wij geknecht zouden zijn door allerlei aktiviteiten en -teitjes en wij tienden zouden geven van de munt, de dille en de komijn. Zij doet dat, opdat wij zouden voorbij gaan aan het waarachtige oordeel, barmhartigheid, trouw en waarheid Mat.23:1-38 [1] Toen zei Jezus tegen de menigte en zijn leerlingen: [2] 'Op de stoel van Mozes hebben de schriftgeleerden en de farizeeën plaatsgenomen. [3] Doe en onderhoud daarom alles wat ze u zeggen, maar handel niet naar hun daden. Zelf doen ze niet wat ze zeggen. [...] [36] Ik verzeker u, dit zal allemaal op deze generatie neerkomen. [37] Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en diegenen stenigt die tot haar gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen niet onder mijn hoede willen nemen, zoals een kip haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels. Maar u hebt het niet gewild. [38] Kijk, uw huis blijft onbewoond achter. Wij zijn bedorven door haar filosofie, door ijdel bedrog, door traditie van mensen en wereldgeesten. Wij hebben Hem verwaarloosd! Leest u... Kol.2:8-9 [8] Wees op uw hoede, let erop dat niemand van u zich laat meeslepen door waardeloze, bedrieglijke theorieën, die steunen op menselijke tradities, op de machten van de kosmos, maar niet op Christus. Het religieuze/gemeentelijke denken heeft van ons denken bezit genomen en er haar naam op geschreven. Het wil ons laten geloven, dat kennis vergaren, theologie studeren, godsvrucht zou zijn en dat trouwe kerkgang iemand godvruchtig zou maken. Het ziet alles anders, alles aards. Er is maar één ding dat ons te doen staat: laat haar voor wat zij is en zoekt verbonden te zijn met Christus en met hen waarvan de Geest getuigt, dat zij in Christus zijn. Laat de gezindheid van Babel worden uitgewist door het water van het levende Woord. U zult iets heerlijks ontdekken als, voor het eerst in uw christelijk leven, u uzelf doof houdt voor de verleidende stem van de hoer en haar dochters. U zult een andere stem horen, de stem van Jezus, die zegt:"Dit is de weg, wandelt daarop". Maar zijn wij vergeten, dat wat een mens zaait niet wordt opgewekt, als het niet sterft? Zijn wij vergeten dat de bediening van Johannes de Doper minder moest worden, opdat de bediening van Jezus kon aanvangen en groter worden? Zijn wij vergeten, dat, "indien de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, zij op zichzelf blijft, maar indien zij sterft, veel vrucht voortbrengt"? Weten wij niet dat de dood aan het vlees wordt gevolgd door opstanding van het vlees in heerlijkheid, zo zeker als de nacht wordt gevolgd door de dag? Waarom zijn wij dan zo bang om God te gehoorzamen? Waarom laten wij dit aardse gedoe niet achter ons om ons voor Hem te heiligen? De bediening van iemand, in wie werkelijk de gezindheid van Christus woont, heeft meer effect voor het Koninkrijk Gods dan alle gezamenlijke pogingen van alle vleselijke, aardsgezinde christenen op aarde. Het vlees is in al haar wegen vijandschap tegen God Gal.5:13-26 [13] Broeders en zusters, u werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als een voorwendsel voor een zondig leven, maar dien elkaar door de liefde. [14] Want de hele wet is vervat in dit ene woord: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. [15] Maar als u elkaar blijft bijten en verscheuren, vrees ik dat u elkaar nog eens zult ombrengen. [17] Want de zondige natuur begeert tegen de Geest in en de Geest tegen de zondige natuur in, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat u juist niet doet wat u zou willen doen. [18] Maar als u zich door de Geest laat leiden, staat u niet onder de wet. [20] afgodendienst, toverij, vijandschap, twist, afgunst, woede, intriges, ruzies, partijdigheid, [21] jaloersheden, drinkgelagen, orgieën en dergelijke dingen meer. Ik waarschuw u zoals ik u al eerder gewaarschuwd heb: wie zich zo misdragen, zullen het koninkrijk van God niet erven. [23] zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen richt de wet zich niet. [24] Zij die Christus Jezus toebehoren, hebben de zondige natuur gekruisigd, met zijn hartstochten en begeerten. [26] We moeten niet verwaand zijn en elkaar niet voortdurend uitdagen en benijden. Het vlees is van geen nut voor het Koninkrijk der hemelen. Als kinderen van God, moeten wij ons scheiden van elk spoor van het Babylonische systeem. Paulus zegt: Kol.2:8 [8] Wees op uw hoede, let erop dat niemand van u zich laat meeslepen door waardeloze, bedrieglijke theorieën, die steunen op menselijke tradities, op de machten van de kosmos, maar niet op Christus. "Ziet toe, dat niemand van u zich laat meeslepen". Meeslepen waar vandaan? Natuurlijk weg van uw persoonlijke, intieme, ongedeelde relatie met Jezus Christus! De duivel is er op uit u van Christus' gezindheid te beroven. Dan kunt u de wil van God niet meer verstaan en duurt het niet lang, of u bent in beslag genomen door dingen, dingen en nog eens dingen, en als u een actief mens bent, werk, werk en nog eens werk. Nee, niet alleen zo maar werk, maar werk voor God! Talloze christenen hebben een veel minder intieme omgang met Jezus, dan toen zij Hem voor het eerst als Redder ontmoetten. Zij zijn weggesleept en bestolen, beroofd zelfs van hun eerste liefde, vanwege gejaagde activiteiten en de vele zorgen van de wereld, ook die van de religieuze/gemeentelijke wereld. Nu de tweede vraag: hoe worden wij weggesleept en bestolen? Paulus geeft het antwoord. Hij noemt vier dingen, die wij gevolgd zijn in plaats van Jezus Christus: wijsbegeerte (filosofie), ijdel bedrog, overlevering der mensen (traditie) en wereldgeesten (natuurlijke orde). Heden ten dage zijn zo goed als alle preken niets meer dan de filosofie van de spreker. En praktisch alle filosofie van de spreker is van geslacht op geslacht overgeleverde traditie. Deze filosofieën en tradities gaan de leer van een religie vormen en mensen kunnen zo ijverig bezig zijn hun leer te propageren, dat zij er niet toe komen, Gods aangezicht te zoeken. Mensen kunnen hun leven lang preken, discussiëren, twisten en argumenteren, tot zij geworden zijn als de Farizeeën in Jezus' dagen (Mat.23). Door menselijke overleveringen is dan het Woord Gods krachteloos gemaakt. En zij zelf zijn geheel en al geplunderd en beroofd van wat een mens tot christen maakt: van ware verbondenheid en omgang met Christus. In miljoenen preken houdt men de mens voor hoe te leven, wat te doen, welke kleren te dragen, wat te eten en te drinken, waar te gaan, waar niet te komen, enz. Voor dit alles wordt hét middel gevonden in... Psalm 119:2-3 [2] Gelukkig degene die zijn gebod onderhoudt, en Hem wil zoeken met heel zijn hart. Wat een eenvoudig antwoord voor wie ware godsvrucht zoekt! Wie Jezus zoekt met zijn ganse hart, hoeft niet gezegd te worden, hoe hij rechtvaardig moet leven. Zij plegen geen onrecht, maar wandelen in Gods wegen. O, volk van God, zend de Babylonische vrouw weg en hecht u, in de Geest, aan Christus. Stop alle loze, ijdele, lege traditionele gebruiken en besteed uw tijd om Jezus te leren kennen. Zoek Zijn wil, opdat gij deelgenoten kunt worden van Zijn gezindheid en in Hem kunt groeien. Misschien zijn sommigen bang voor deze gang van zaken, omdat nu velen gelegenheid wordt geboden om naar het vlees te leven Gal.5:13 [13] Broeders en zusters, u werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als een voorwendsel voor een zondig leven, maar dien elkaar door de liefde. Natuurlijk zal dat gebeuren: als je schat in het vlees ligt en niet in de Geest! Mat.6:21 [21] Want waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. Hij is geestelijk dan een bok, en geen schaap. Zijn aard komt vroeg of laat toch te voorschijn. en des te eerder dat gebeurt, des te beter. Schapen volgen de goede Herder. "Mijn schapen horen naar Mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij, maar de stem van een vreemde zullen zij voorzeker niet volgen!" Door de eeuwen heen zijn schapen en bokken samen gehoed, groeiden koren en onkruid samen op. |
|
|