|
Laat God, God zijn en laat de mens, mens zijn.
Als ik de verzen van 1 Korinthiërs 3:2-3 lees: "Melk moest ik u geven, geen vast voedsel; dat kon u nog niet verdragen. Zelfs nu kunt u het niet, want u leidt nog altijd een zondig leven. Of is het geen uiting van een zondig leven en van kleinmenselijk gedrag, dat er onder u jaloersheid en ruzies bestaan?" doet me dit denken aan de oorlog die de mens voert, aan de zucht om pacht te willen nemen op de waarheid, de jaloezie en afgunst die onder de mensen leeft.
Ook doet me dit denken aan de manier waarop de mens vanuit religie elkaar oordeelt, beschuldigd en bekampt. Zelfs tegen een volk ten oorlog trekt "in naam van God". Die houding doet me dan weer denken aan de volgelingen die ook in de boodschappen van de appostelen Apollos en Paulus twist wisten te brengen: "Wat zijn Apollos en Paulus eigenlijk? Niet meer dan dienaren die u geholpen hebben om tot het geloof te komen, en wel ieder op zijn eigen manier, zoals de Heer het hen vergund heeft. Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten. Want de tempel van God is heilig, en die tempel bent u."
Laat daarom niemand zich beroemen op mensen. Want alles is van u: Paulus, Apollos of Kefas, de wereld, het leven of de dood, het heden of de toekomst, alles is van u; maar u bent van Christus, en Christus is van God.
Aan alle regeringsleiders, aan alle geestelijke leiders van alle bestaande religies en aan elke volgeling van een geloof dat zoekt om tot God te naderen: besef dat Apollos en Paulus elk hun eigen manier gegund was, om Gods Woord te beleiden en verkondigen. Gun elkander om tot God te naderen op de wijze die voor iedere cultuur werkt om "Geloof en Liefde" in het hart te plaatsen, zoals God het ons vraagt, zonder oordeel, in Liefde en zonder vernietiging van de heilige tempel, die elke ziel draagt.
Benader elkaar via de geloofspunten die gij gemeen hebt, en leg een brug over de kloof van verschillen. Als iedereen het er over eens is, dat er slechts één Bron van ontstaan is, slechts één schepper, hoe kunt gij dan veronderstellen, dat iedereen een andere of zijn eigen God zou hebben?
"A.N.: Kijk naar wat je gemeen hebt, maak vervolgens bruggen naar elkaar om de verschillen weg te werken. Want de WAARHEID IS ÉÉN! Er kunnen dus geen verschillen zijn! En als er verschillen zijn, dan komen ze niet van God. Dus hebben deze verschillen niet langer een reden van bestaan en kunnen ze meteen weggevaagd worden vanuit God Liefde en kennis!"
( Uit Brief aan de Romeinen 8:5-9 )
[5] Zij die een zondig leven leiden, streven naar wat de zonde wil. Maar zij die leven volgens de Geest, streven naar wat de Geest wil.
[6] Het streven van de zondige natuur loopt uit op de dood, het streven van de Geest op leven en vrede.
[7] Want het streven van de zondige natuur staat vijandig tegenover God. Het onderwerpt zich niet aan Gods wet, dat kan het niet eens;
[8] en zij die een zondig leven leiden, kunnen God niet behagen.
[9] Maar u leidt geen zondig leven meer, maar u leeft in de Geest, omdat de Geest van God in u woont.
Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? Welke zonde, kan dan groter zijn, dan de zonde om die heilige tempel te vernietigen? Welke zonde, kan groter zijn, dan de gedachte het beter te weten dan God. Welke zonde kan groter zijn dan de gedachte, dat Gods oproep tot vrede, via oorlog beantwoord moet worden?
Gij beseft, dat meningen verschillen, gij beseft dat Gods Waarheid op zichzelf staat, en toch durft gij (de mens) de pretentie te nemen, om te verkondigen dat uw mening de enige juiste is, en dat elke mening die daarin niet volgt verworpen of zelfs vernietigd dient te worden???
Dat geeft de absurde gedachte, dat twee meningen die aan elkaar verschillen, het recht zouden hebben om in Gods Naam elkaar te vernietigen???
Zoals geschreven in de brief aan de Romeinen 8:38-39 ben ik ervan overtuigd, dat noch de dood noch het leven, noch engelen noch machten, noch wat is noch wat komt, geen macht in den hoge of in de diepte, noch enig ander schepsel, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die in Christus Jezus onze Heer is en die in elke ziel is, die Gods Geest aanvaard als de koning van diens denken en handelen.
Maak vooral werk van de liefde.
Streef ook naar geestelijke gaven, allereerst naar de profetie. Wie in talen spreekt, spreekt niet voor mensen, maar voor God; niemand begrijpt hem, onder invloed van de Geest uit hij Gods geheimen. Maar wie profeteert, spreekt voor mensen: opbouwend, vermanend en troostend. Wie in talen spreekt, bouwt aan zichzelf; wie profeteert, bouwt aan de gemeente.
Maar werk in de eerste plaats vanuit "geloof en liefde".
God heeft inderdaad gaven uitgedeeld. Sommigen maakte Hij apostel, anderen profeet, anderen evangelist, weer anderen herder en leraar, om de heiligen toe te rusten voor het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen tezamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte ziel, tot de gehele omvang van de volkomenheid van Christus. Dan zullen wij niet langer onmondig zijn, heen en weer geslingerd en meegesleurd door elke windvlaag.
Waarom is het zo moeilijk, om te aanvaarden, dat elke cultuur en elk volk zijn profeten heeft gekregen, rechtstreeks uit God. Waarom is het zo moeilijk om te begrijpen, dat niet de profeten verkeerde boodschappen gaven, maar dat het de interpretatie van de mens is, die daar verschrikkelijke fouten in kan maken. Als de mens Gods boodschappen, vertaald naar vernietiging of oordeel over andere volken, is het de mens die "geloof en liefde" niet begrepen heeft. Staak met het doorschuiven van deze verantwoordelijkheid naar God of zijn profeten.
Bedroef Gods heilige Geest niet: u bent met zijn zegel gewaarmerkt voor de dag van de verlossing. Alle wrok, drift, woede, geschreeuw en gevloek, kortom: alle boosaardigheid moet bij u verdwijnen. Wees goed en hartelijk voor elkaar. Vergeef elkaar zoals ook God u vergeven heeft in Christus.
Vrede en vreugde, komen uit Gods Geest.
Wentel u in Gods licht en laat u niet misleiden door de illusie van de duisternis.
Laten wij dus nastreven wat de vrede en de opbouw van onze verbondenheid in Christus bevordert.
Kijk elkaar in de ogen, en zie Gods Licht. Kunt gij zeggen, ik zie God doorheen mijn naasten, dan hebt gij Christus gezien en hem aanvaard als de Koning van uw Hart.
Genegen groetjes,
leeuwke
|
