Bijbels geinspireerd - Extra publicaties

Lieve vriend(inn)en,

Het is niet zo gemakkelijk, om Gods Woorden te delen zonder berispend of prekend te klinken, maar in de stof die ik hieronder had willen aanreiken, ligt de Liefde voor het delen van Gods Geesteskracht en het aanreiken van de sleutels om de eenheid in Christus te delen, zoals Christus en Zijn apostelen dit deelden..

In de veronderstelling dat ik ooit eens een thesis had neergeschreven betreffende de richting van gebed, heb ik tevergeefs gezocht in mijn archief. Het moet een gesprek geweest zijn, en doe mijn best er in de verhandeling hieronder zo veel mogelijk van te verwoorden.

Ik kan Gods aanduidingen niet negeren als gevraagd wordt: "hoe dienen we te bidden". Maar ik zal net zo min oordelen, als iemand een andere gebedsvorm kiest. Oordelen is iets dat geen mens toekomt. Oordelen is iets dat mij niet geven werd, mij werd enkel gegeven te spreken naar Gods Woord en ik tracht dan ook om naar beste vermogen een dienaar van de Geest te zijn. Ik bid God dan ook dat niemand zich aangevallen wil voelen tijdens het lezen van deze stof, maar te willen onderzoeken naar Gods Woord wat de boodschap is, die ik tracht te delen.

Het wordt best een lange thesis, want ik wil er dan ook alles aan doen om er de hele bijbel in te betrekken, zodat niemand zich kan vergissen over de herkomst van de stof die ik wil aanreiken. Ze komt uit Gods Geest, en kan aan de hand van de bijbel onderzocht worden.

Gebed en de richting van gebed:

Wat herdenking betreft en het lovenswaardig benaderen van het leven van mensen die door mensen geheiligd werden, zoals opmerkelijk godsvruchtige personen of herdenken van Moeder Maria en de profeten, is het uiteraard vanzelfsprekend dat we hen met respect en liefde herdenken. Het is zelfs deugdelijk om hen te beschouwen als een voorbeeld tot een godsvruchtig leven.

Alleen maakt dát hen niet tot verhoorder van gebed.

Maar is dat dan ook naar Gods Woord gesproken, want het klinkt voor velen waarschijnlijk heel neerbuigend of berispend om te zeggen dat we geen levende of gestorven ziel zouden kunnen aanbidden of in gebed kunnen aanroepen om voorspraak te doen?

Verder lijkt het me belangrijk om onderscheid te maken tussen dat wat door de mens bedacht werd en dat wat uit God komt. Vooraleer een vraag te onderzoeken stel ik twee tegenvragen:

"Zijn we het er over eens, dat de stof die Christus aanreikt de ware leringen zijn om Gods Waarheid te begrijpen met kennis en inzicht?"

"Zijn we het er over eens dat de Bijbel, Gods Woord weergeeft?"

Als we het in beide gevallen eens zijn, dan had ik graag in een eerste stap aangetoond hoe Gods Woord ons de aanduidingen tot gebed geeft en in een tweede stap aangetoond hoe Gods Woord ons leert dat er naast Christus niemand tot voorspraak kan aanbeden worden:

Eerste stap: ( Hoe luiden de aanduidingen in Gods Woord betreffende gebed? )

Het kwade en alle geestelijke invloeden die tot doel hebben om de mens van God weg te leiden zien niet liever dan dat we het eerste gebod negeren.

( Uit Matteüs 22:37 )

[37] Jezus zei hem: 'U zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand.

Zo verduidelijkte Jezus tevens in Johannes 4:24

[24] God is geest, en zij die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.'

( Uit Johannes 14:6-7 / 13-14 )

[6] Jezus antwoordde: 'Ik ben de weg, en de waarheid en het leven. Alleen door Mij heeft men toegang tot de Vader.

[7] Als jullie Mij hebben leren kennen, zul je ook mijn Vader leren kennen. Sterker, nu al kennen jullie Hem en heb je Hem gezien.'

...

[13] maar wat jullie zullen vragen in mijn naam, zal Ik doen, zodat de Vader verheerlijkt wordt in de Zoon.

[14] Als jullie Mij iets zullen vragen in mijn naam, dan zal Ik het doen.

Ook de apostelen vroegen Jezus om hen te leren bidden, zoals Christus dat deed.

Jezus was daar heel duidelijk in, en het gebed dat hij Zijn apostelen daar in aanreikte gaf een verslag van Zijn hele prediking en verkondiging van Gods Boodschap:

( Uit Matteüs 6:6-13 )

[6] Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen.

...

[9] Jullie moeten zo bidden: Onze Vader in de hemel, uw naam worde geheiligd,

[10] uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel.

[11] Geef ons vandaag het nodige brood,

[12] en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij hebben vergeven wie schulden heeft bij ons.

[13] En breng ons niet in beproeving, maar red ons van het kwaad.

In Jesaja 55 lezen we dat God zelfs personen, die slechte dingen gedaan hebben uitnodigt om rechtstreeks tot HEM te bidden. Hoeveel te meer zal God dan niet verwachten dat zij die geloof en vertrouwen stellen in HEM ook rechtstreeks tot God bidden.

Verder lezen we in die verzen ook, dat het menselijke denken hoe liefdevol of goed ze ook bedoeld zijn, niet altijd stroken met de aanduidingen Gods. We dienen er ten alle tijden over te waken, geen zaken tot waarheid te maken, die in Gods Woord anders klinken.

( Uit Jesaja 55:6-9 )

[6] Zoek de heer, nu Hij te vinden is, roep Hem aan: Hij is dichtbij.

[7] De goddeloze moet zijn weg verlaten, de boosdoener zijn gedachten, en terugkeren naar de heer, die zich over hem ontfermen zal; naar onze God, want Hij vergeeft rijkelijk.

[8] Want uw gedachten zijn niet mijn gedachten, en mijn wegen zijn niet uw wegen - godsspraak van de heer.

[9] Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo gaan ook mijn wegen uw wegen te boven, en mijn gedachten uw gedachten.

In Jesaja 42 wordt zelfs letterlijk gelezen dat God ons oproept om uitsluitend tot HEM te bidden:

( Uit Jesaja 42:8-9 )

[8] Ik ben de heer, dat is mijn naam, mijn glorie deel Ik met geen ander, Ik geef mijn roem niet aan godenbeelden.

[9] Wat vroeger gezegd is kwam uit en Ik kondig u nieuwe dingen aan, Ik laat ze u horen nog voordat ze ontkiemen.

Of nog duidelijker in Jesaja 8 wordt de vraag heel sterk belicht: "Dient welk volk maar ook, zich niet tot zijn God te richten? Dient men zich te wenden tot dode personen, ten behoeve van levende personen?"

Indien toch de lust blijft bestaan om voorspraak te zoeken bij zielen die als mens niet meer zijn, maar heen gingen, vraag ik zoals in Lucas 11:13 "Als daarom gij, ofschoon gij boos zijt, goede gaven aan uw kinderen geeft; hoeveel te meer zal dan de Vader in de hemel Heilige Geest geven aan hen die er HEM om vragen?"

In Jakobus 5:16 lezen we om te bidden voor elkaar…

Er staat heel duidelijk "voor elkaar", niet tot elkaar. Of je nu bidt tot een levende persoon, of een persoon die reeds is heengegaan, zelfs als dat een uitermate godsvruchtig persoon is/was, is dat bidden tot elkaar en niet tot God.

In Filipenzen wordt de richting van gebed nogmaals benadrukt:

( Uit Filipenzen 4:6 )

[6] Weest niet bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te samen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden.

Terloops, en voorafgaand naar de overgang van de tweede stap waarin ik Gods aanduidingen wil voorleggen die het zoeken van voorspraak weerleggen, graag nog dit:

( Uit Galaten 5:22-23 )

[22] Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, vertrouwen,

[23] zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen richt de wet zich niet.

Wie dus mensen zoekt die Gods Geest hebben, dient naar deze vruchten uit te zien en niet naar uitbarstingen van religieuze emoties, trots of zucht naar waarheid uit menselijk denken boven de waarheid uit Gods Woord.

Want alle wrok, drift, woede, geschreeuw en gevloek, kortom: alle boosaardigheid moet bij de mens verdwijnen.

Tweede stap: ( Argumenten die het zoeken naar voorzegging weerleggen. )

God heeft geen moeder, geen vader geen begin en geen einde. Ja, van onbepaalde tijd tot onbepaalde tijd zijt gij God.

Van Jezus weten we dat hij aan God gelijk is, maar tevens weten we dat hij de weerspiegeling is van Gods heerlijkheid, maar de Vader is de bron van die heerlijkheid. Derhalve heeft God in Maria een vrouw verkozen die in vlees en bloed moeder zou worden van Jezus; het vleesgeworden Woord Gods.

Met de woorden; "Niemand komt tot de Vader dan door mij, indien gij iets vraagt in mijn naam, ik zal het doen.", heeft Christus de gedachte uitgesloten dat iemand anders als voorspraak zou kunnen optreden.

Dit onderricht is ook door de eerste Christenen steeds trouw en volgzaam in het hart gedragen, en ergens tussen de jaren 300 tot 500 (ik weet niet om welke reden), heeft men die aanduidingen verzwegen, omgebuigd en gebeden toegevoegd die anders klinken dan aangegeven in Gods Woord.

Juist omdat Christus de opstanding ontvangen heeft, kunnen we in vertrouwen stellen dat Christus LEEFT. En naar Gods Woord aan Gods rechterhand.

Het is dan ook een blijk van vertrouwen in Gods Woord om te aanvaarden dat Christus in staat is om hen die door zijn tussenkomst God naderen voor altijd te redden.

In de brieven van de apostelen lezen we tevens dat heel vaak gevraagd wordt om voor hen en voor de heiligen te bidden. LET OP DE WOORDKEUZE: voor hen te bidden, en niet tot hen te bidden. Voor hen te bidden tot God, opdat de woorden die uit hun lippen komen en de daden die ze verrichten ten alle tijden onder invloed van Gods Heilige geest zouden staan.

Niemand van de apostelen of de eerste Christenen daarna hebben ooit tot heiligen gebeden.

Wat leert Gods Woord ons over Maria?

Een eerste heel opmerkelijke lering, zijn de woorden die in het 'Weesgegroet' gebruikt worden, sinds de 12de eeuw… dus nog eens vele eeuwen nadat aan heilige verering gedacht werd.

Nergens in Gods Woord, worden die woorden als gebed aangereikt door een profeet, of Christus of de apostelen.

Wat heel opvallend is, dat het verslag dat de evangeliën doen over het gesprek tussen Gods engel en Maria, dat in de 12de eeuw na Christus gebruikt werd om er een gebed van te maken en enkele woorden te veranderen en enkele andere te verwijderen of toe te voegen.

Het resultaat toonde zich in een gebed dat tot een levende persoon (ondertussen wel heengegaan) gericht wordt en regelrecht ingaat tegen de aanduidingen in Gods Woord en tegen het onderricht dat Christus gaf, ja zelfs tegen de aanduidingen die Maria gaf, want ook Jezus' moeder deed er alles aan om op te roepen tot God te willen bidden en Christus op de voorgrond te plaatsen.

Hieronder de woorden uit het evangelie, die als geschiedkundig verslag gelezen dienen te worden van een gesprek tussen Gods engel en moeder Maria.

Opmerkelijk hoe enorm groot de overeenkomst is tot dat wat als Weesgegroet werd omgevormd!

Ik werk in het evangelie en het gebed met verschillende kleuren, en hoop dat de lezer wil opmerken hoe sterk het gebed overeenstemt met een geschiedkundig verslag van een gesprek.

( Blauwe tekst is uit Lucas 1:28-33 / Rode tekst is uit 'Weesgegroet')

[28] De engel trad bij haar binnen en zei: 'Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.'

Wees gegroet Maria, vol van genade. De Heer is met U.

[29] Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had.

[30] Maar de engel zei: 'Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God.

Gij zijt de gezegende onder de vrouwen.

[31] U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven.

[32] Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven.

En gezegend is Jezus, de Vrucht van Uw schoot.

('De vrucht van uw schoot' is een letterlijke aanduiding waaruit blijkt dat Maria de moeder is van Gods Zoon en niet van God.)

[33] Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.'

De woorden van de engel, tonen dat Maria de moeder van Gods Zoon genoemd wordt, maar het gebed laat voldoende wegvallen zodat dit niet meer aangetoond wordt en vermeld haar verder als:

Heilige Maria,

Moeder van God,

Tevens worden woorden toegevoegd om Moeder Maria te verzoeken voorspraak te willen doen:

bid voor ons, zondaars,

nu en in het uur van onze dood.

Het is voor mij onduidelijk hoe dit gebed is kunnen ontstaan en hoe tegen de aanduidingen Gods en het onderricht van Christus in, toch naar voorspraak tot levende en/of dode zielen gezocht werd om God te bereiken.

Wat ik wel weet, is dat een aantal afspraken ontstaan zijn door een concilie dat tussen de Romeinen en de Christen-leiders gesloten werd om een einde te stellen aan de Christenvervolging. ( tussen 300 en 500 na Christus.) Wat in die concilie heel hard doorwoog was de manier waarop de Romeinen verschillende entiteiten aanbidden.

Tot het aanbidden van beelden van Maria, andere heiligen of welke vorm dan ook, verwijs ik liefst naar de aanduidingen die we lezen in Exodus.

( Uit Exodus 20:1-6 )

[1] Toen sprak God al de woorden die hier volgen.

[2] 'Ik ben de heer uw God die u heeft weggeleid uit Egypte, het slavenhuis.

[3] U zult geen andere goden hebben ten koste van Mij.

[4] U zult geen beelden maken, geen afbeelding van enig wezen boven in de hemel, beneden op de aarde of in de wateren onder de aarde.

[5] Buig u niet voor hen neer en bewijs hun geen goddelijke eer, want Ik, de heer ben uw God Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot de derde en vierde generatie.

[6] Maar voor hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden ben Ik een God die goedheid bewijst tot aan de duizendste generatie...

Maar kunnen we dan geen beelden gebruiken om als hulpmiddel te dienen in het aanbidden van God?

Me dunkt dat Johannes 4:23-24 daar een heel duidelijk antwoord op geeft:

[23] Er komt een uur, ja het is er al, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid: dat zijn de aanbidders waar de Vader naar uitziet.

[24] God is geest, en zij die Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.'

We weten ten slotte toch wel dat het de zon is, die de warmte produceert, en het niet de uitgezonden stralen zijn, die de zon aanzetten om meer of minder warmte mee te geven. We koesteren ons, in dat wat de zon uitzendt, want zonder zon, geen zonnestralen. Als we ons richten op de stralen, kunnen we net zo goed de stralen van de maan koesteren, want ook zij weerkaatst de stralen die de zon er op schijnt, nochtans is de maan een duistere satelliet die dan wel invloed heeft, door haar energie, maar weinig voedsel geeft tot dat wat als warmte gezien wordt.

Er is niet iets dat goed of kwaad doet winnen om u te bereiken met inspiratie, er is "uw vrije wil", die zowel door Gods engelen als het kwade gerespecteerd wordt.
Ik zie dan ook weinig betekenis in "we kunnen ons rechtstreeks tot God richten", en ik zie alle betekenis in "We doen er goed aan ons uitsluitend tot God te richten." Niet omdat het zó beter zou zijn, maar omdat GOD zelve ons die aanduiding heeft aangereikt.

Als een mens aanvaarden kan, dat God en Zijn gezanten in éénheid leven, zie ik enkel meer reden om ons in gebed en verzoek rechtstreeks tot God te richten.
Wat uit God komt, is de aanduiding om dank, lof en gebed rechtstreeks aan God te bestemmen.
Wat uit deductie van menselijk denken komt (al dan niet beïnvloed ), is de gedachte dat de eenheid die in Geest gedragen wordt, goede argumentatie is om de aanduidingen Gods om te buigen naar een veronderstelling die ons wel haalbaar of deugdelijk lijkt.

Bestaat er een foute handeling als al onze aandacht rechtstreeks tot God / de Bron gericht wordt? - Wat houdt ons dan tegen om op die manier onze verzoeken over te dragen? -

Vaak heb ik heimwee, maar al heb ik in deze generatie van de geschiedenis slechts één persoon weten te overtuigen om Gods uitnodiging aan te nemen "tot HEM te willen naderen" dan is dat reeds voldoende reden om de reis op deze planeet uit te doen.

Ten einde, is de voltooiing van deze schepping hoe dan ook een vaststaand feit Gods, maar het ware vreugdevol te mogen beseffen dat een schare, dat zo groot telt als de zandkorrels der stranden, die dag mag beleven als één in Christus.

Vader, zegen allen die hun oor leggen naar Uw Woord, wees Genadevol voor ieder die zich te luisteren legt aan de stem van de herder en sta toe dat uw engelen één in Christus de mens begeleiden naar de verlossing uit UW Geest.

Amen

Genegen groetjes,

leeuwke